
Leren en ontwikkelen krijgt in de zorg steeds meer aandacht. Toch blijft het voor veel organisaties lastig om er structureel tijd en ruimte voor te maken. Volgens Erik-Jan Vlietman, oprichter van Taasc, ligt daar juist de sleutel voor toekomstbestendige zorg.
“Bij Taasc helpen we zorgorganisaties met opleiden, leren en ontwikkelen,” zegt Vlietman. “Dat doen we van strategisch beleid tot het ondersteunen van leidinggevenden en teams in de dagelijkse praktijk.” Hij ziet dat leren de afgelopen jaren sterk is veranderd. “Leren draait minder om verplichte scholing en meer om leren in de praktijk. Het verschuift van het klaslokaal naar de werkplek. Medewerkers nemen meer eigenaarschap, kiezen vaker zelf hoe en wat ze leren en doen dat steeds meer samen met collega’s. Bijvoorbeeld in intervisie of door het actief vragen van feedback. Digitale en flexibele vormen nemen toe. Leren wordt bovendien vaker verbonden aan thema’s als werkdruk, arbeidsmarkt en innovatie.”
Aantrekken en behouden van medewerkers
Een goed leer- en ontwikkelbeleid kan volgens Vlietman helpen bij het aantrekken en behouden van medewerkers. “Dat begint met een goede onboarding zodat nieuwe collega’s zich welkom voelen en snel landen. Door aandacht te geven en medewerkers echt te zien, ontstaan ambassadeurs die anderen aantrekken. Dit kan ook gunstig zijn voor het imago van de organisatie. Voor behoud van medewerkers is het belangrijk dat verplichte scholing op een passende manier wordt aangeboden, dat er ruimte is voor opleidingen die aansluiten bij de medewerker en dat teams investeren in sociale verbinding.”
Leren als vast onderdeel van werk
Veel organisaties willen een leercultuur versterken, maar worden volgens Vlietman vaak ingehaald door de waan van de dag. “Mensen werken hard, maar denken te weinig na over wat nodig is om mensen duurzaam inzetbaar te houden. Strategische plannen zijn er vaak wel, alleen is opleiden, leren en ontwikkelen nog een te klein onderdeel daarvan en wordt het onvoldoende vertaald naar het dagelijks werk.”
Een cultuur waarin leren vanzelfsprekend is, ontstaat alleen als er tijd en structuur voor zijn. Zelfs kleine momenten van reflectie kunnen al verschil maken. Zijn advies is om leren zichtbaar te maken in de planning. “Plan, organiseer en faciliteer het. Zet leren in het rooster en maak ruimte voor korte reflectiemomenten tijdens of na een dienst. Als leren geen plek krijgt in de planning, verdwijnt het naar de achtergrond.”
Volgens Vlietman is het belangrijk dat leidinggevenden hierin het voorbeeld geven en medewerkers de ruimte bieden. “Betrek medewerkers actief bij de keuzes. Niet iedereen leert op dezelfde manier, dus stem de vorm af op de behoefte. En als er sprake is van een positief werkklimaat, dan is er vaak al een basis aanwezig voor het bevorderen van het leerklimaat.”
Samenwerking tussen HR en L&O
Om leren duurzaam te verankeren, is samenwerking tussen HR en L&O essentieel. “Ze moeten echt samenwerken vanuit één agenda,” zegt Vlietman. “Leren en ontwikkelen is een vak en verdient een duidelijke plek in beleid en uitvoering. HR kan L&O er niet zomaar even bij doen. Samen zorg je dat leidinggevenden en teams goed worden ondersteund en dat keuzes over leren aansluiten op de organisatiedoelen.”
Ontwikkelingen in leren en ontwikkelen
De komende jaren zullen zorgorganisaties volgens Vlietman nog sterker inzetten op leren in de praktijk. “Werkplekleren en digitale leervormen die direct helpen in het werk worden steeds belangrijker,” zegt hij. “Daarnaast is er meer aandacht voor de verbinding met thema’s als innovatie, duurzame inzetbaarheid en arbeidsmarkt. Ook interprofessioneel leren, waarbij disciplines van elkaar leren, groeit. En ik zie meer samenwerking tussen organisaties zodat kennis, ervaringen en leermaterialen worden gedeeld.”
Tijdelijke expertise als versneller
Om zulke vernieuwingen te realiseren en tempo te maken, kan tijdelijke inzet van specialisten uitkomst bieden. Taasc werkt met opleidingsadviseurs en onderwijskundigen die tijdelijk worden ingezet binnen zorg en welzijn. “Dat is effectief wanneer processen opnieuw bekeken en verbeterd moeten worden of als er tempo gemaakt moet worden,” legt Vlietman uit. “Een tijdelijke adviseur brengt focus, onafhankelijkheid en slagkracht. Dat werkt goed bij het versterken van werkplekleren, het opzetten of doorontwikkelen van een academie, BPV- en stageorganisatie of het inzetten van digitale en innovatieve leeroplossingen.”
Effect meten van leren en ontwikkelen
Leren en ontwikkelen heeft pas echt waarde als duidelijk is wat het oplevert. “De manier om dit te meten is te kijken naar de resultaten waarop geleerd of ontwikkeld is,” zegt Vlietman. “Evalueer wat medewerkers meenemen, passen ze het toe in hun werk en zien leidinggevenden het verschil in de praktijk? Naast de inhoudelijke opbrengst gaat het ook om de impact op de organisatie, zoals hogere medewerkerstevredenheid, minder verloop of betere kwaliteit van zorg. Daarvoor moeten we soms geduld hebben; dat zie je niet altijd binnen een korte termijn.”
Leren van eigen ervaring
Tot slot vertelt Vlietman wat hem zelf gevormd heeft in zijn visie op leren. “Tijdens mijn school- en studieperiode zag ik leren vooral als studeren in de boeken. Als je gaat werken, zie je dat leren ook heel anders gaat. Wat mij gevormd heeft, is de combinatie van theorie en praktijk: stilstaan bij wat er gebeurt, nadenken hoe ik het de volgende keer beter aanpak en actief feedback vragen. Intervisie met vakgenoten, podcasts, artikelen en nieuwe inzichten houden me scherp. Verder merk ik dat het werken in en met verschillende organisaties leerzaam is, omdat je veel verschillende manieren van werken voorbij ziet komen en daar weer van kunt leren.”

Dank Erik-Jan voor je impuls aan L&O binnen de zorg. L&O wordt alleen maar meer strategische van waarde. De strijd op de teruglopende aantal leerlingen is groot en de diversiteit aan achtergronden van de zij-instromers wordt steeds groter. Om de aanwas in de zorg ook snel inzetbaar te maken is gepersonaliseerd leren meer en meer van belang. L&O speelt hierin een cruciale rol!