
Een zorgorganisatie heeft terecht het loon van een medewerker stopgezet omdat hij onvoldoende meewerkte aan zijn re-integratie. De werknemer, die als begeleider van mensen met een beperking werkte, had zich meerdere keren ziekgemeld en voldeed volgens de kantonrechter niet aan zijn verplichtingen tijdens het re-integratietraject.
De werknemer was sinds augustus 2021 in dienst bij de zorgorganisatie en werkte 40 uur per week. In het voorjaar van 2023 meldde hij zich ziek. In maart 2023 werd hij schriftelijk gewaarschuwd, omdat hij telefonisch tegen een leidinggevende had gezegd dat deze “de klere kon krijgen”. Na een herstelmelding in maart 2024 volgde in augustus 2024 opnieuw een ziekmelding. De bedrijfsarts oordeelde in oktober 2024 dat de werknemer zijn eigen werkzaamheden weer kon verrichten. Kort daarna meldde hij zich opnieuw hersteld. De werkgever verzocht in oktober 2024 de kantonrechter in Rotterdam om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, maar dat verzoek werd in februari 2025 afgewezen. Enkele weken later meldde de werknemer zich opnieuw ziek.
Re-integratie verloopt moeizaam
In mei 2025 stelde de bedrijfsarts vast dat de werknemer twee tot drie uur per dag passend werk kon uitvoeren. Werkgever en werknemer spraken daarop af dat hij drie dagen per week één uur lichte werkzaamheden zou verrichten op een locatie op grotere afstand van zijn woonplaats. Tijdens de eerste re-integratiedagen in juni 2025 verscheen de werknemer te laat op het werk, maakte hij een onverzorgde indruk en moest hij tot twee keer toe overgeven. De werkgever waarschuwde hem schriftelijk en vroeg om een evaluatie en een concreet verbeterplan. Toen die uitbleven en hij ook afspraken met de bedrijfsarts miste, besloot de werkgever het loon stop te zetten.
Kort geding om loonbetaling
De werknemer stapte daarop naar de kantonrechter in een kort geding. Hij eiste nabetaling van het loon over de periode van 19 juni tot en met 31 juli 2025, vermeerderd met rente en kosten. Volgens hem had hij zich volledig ingezet voor zijn herstel en was de loonstop onterecht. De werkgever stelde daarentegen dat de werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakwam, ondanks meerdere waarschuwingen, en dat een loonstop de enige optie was.
Rechter: werkgever handelde zorgvuldig
De kantonrechter oordeelde dat de zorgorganisatie terecht het loon had stopgezet. De bedrijfsarts had vastgesteld dat de werknemer gedeeltelijk kon werken en hij had daartegen geen bezwaar of deskundigenoordeel aangevraagd. Ook bleek niet dat hij zijn klachten of beperkingen voldoende onderbouwde richting de werkgever. Ook vond de rechter dat de werkgever zorgvuldig te werk was gegaan door eerst te waarschuwen en het loon tijdelijk op te schorten. Toen de werknemer daarna nog steeds niet meewerkte, afspraken miste en onbereikbaar was, mocht de werkgever volgens de rechtbank een loonstop toepassen.
De vordering tot nabetaling van loon werd afgewezen. De rechter besloot wel, op verzoek van de werkgever, de proceskosten te compenseren vanwege de financiële situatie van de werknemer: beide partijen dragen hun eigen kosten.